24.01.2023

Huisuitzettingen schenden mensen- en kinderrechten: ‘Met je huis verlies je ook je waardigheid’

Tijdens gedwongen huisuitzettingen worden mensen- en kinderrechten geschonden. Dat concluderen de Nationale Ombudsman en de Kinderombudsman vandaag in een rapport. ‘Gemeenten zijn snel geneigd om te denken: dan hadden deze mensen maar niet zo stom moeten zijn.’

De ex-partner van Belinda Beikes was nogal handig met computers. Dat had zo zijn voordelen – als er weer eens een modem stuk was, bijvoorbeeld. Dat het ook nadelen had, bleek wel toen de deurwaarder op de stoep stond. De ‘vriendelijke man’ had een vervelende boodschap: Beikes moest haar huis uit. Haar partner had via internetbankieren alle incasso’s, inclusief die naar haar verhuurder, stopgezet en haar betalingen naar zichzelf overgemaakt. Hij liet haar achter met een schuld van 66 duizend euro en een briefje op de keukentafel: ‘Sorry, ik heb fouten gemaakt.’

Beikes wachtte niet af tot die vriendelijke man haar uit huis kwam zetten. Ze pakte haar spullen en klopte met haar 8-jarige dochter aan bij de gemeentelijke opvang in Rotterdam. Maar zelfs die zette haar na vijf weken weer op straat. Ze was niet ‘urgent’ genoeg. Zo belandde de Rotterdamse op de bank bij een vriendin in Gouda. Elke nacht sliep ze er samen met haar dochter op de tweeënhalfzitter. ‘Ik ging er kapot aan.’

Het zijn deze huisuitzettingen waarover de Nationale Ombudsman en de Kinderombudsman in een vandaag verschenen rapport aan de bel trekken. Mensen- en kinderrechten zouden bij deze gedwongen ontruimingen onvoldoende worden gerespecteerd. Zo doet de overheid niet genoeg om ze te voorkomen en zorgt zij niet altijd voor vervangende woonruimte. Het kan er op de oververhitte huizenmarkt toe leiden dat mensen zoals Beikes op straat belanden.

Verplaatsing van het probleem

Volgens de Ombudsmannen gaat de overheid te veel uit van de zelfredzaamheid en soms zelfs eigen schuld van mensen die met huisuitzetting te maken hebben. Ze zijn vaak het gevolg van huurachterstanden (60 procent), maar soms spelen ook overlast of strafrechtelijke feiten een rol. ‘Gemeenten zijn snel geneigd om te denken: dan hadden deze mensen maar niet zo stom moeten zijn’, zegt Kinderombudsman Margrite Kalverboer. ‘Maar je kunt het recht op huisvesting niet ondergeschikt maken aan wat je hun verwijt. Dat verplaatst het probleem en vergroot het.’

De impact van huisuitzettingen is ‘immens’, zag Kalverboer aan de tientallen meldingen die ze kreeg. Helemaal als daarbij kinderen betrokken zijn: broertjes en zusjes die uit elkaar worden gehaald, kinderen die moeten stoppen met school omdat ze bij grootouders ver weg moeten logeren. ‘Dit kan bij kinderen tot breuken leiden die niet meer te repareren zijn’, aldus Kalverboer. ‘Daarmee loop je het risico dat er intergenerationele problematiek ontstaat. Dat de kinderen van nu de volwassenen met dezelfde problemen van later zijn.’

Ook Beikes kon niet voorkomen dat haar dochter te lijden had onder de situatie. Hoewel ze elke ochtend voor dag en dauw vanuit Gouda naar Rotterdam treinde om de 8-jarige voor haar eigen werk naar school te brengen, rezen bij de instanties twijfels of ze de zorg nog wel aankon. Op een goed moment dreigde de gemeente zelfs Jeugdzorg in te schakelen. ‘Dat was het ergste van alles’, vond Beikes. ‘Mensen behandelen je alsof je niets meer waard bent. Met je huis verlies je ook je waardigheid.’

Minder uitzettingen

De Ombudsmannen zijn niet de eersten die aan de bel trekken. Maatschappelijke organisaties pleiten al langer voor een verbod op huisuitzettingen. Ook de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) stelde twee jaar geleden dat mensen die de huur niet meer kunnen betalen niet op straat zouden moeten worden gezet. Volgens het adviesorgaan zou 1/3 van de groeiende groep daklozen dit noemen als oorzaak van hun dakloosheid.

Het kabinet toonde zich niet doof voor die signalen en nam maatregelen. Zo zijn gemeenten sinds januari vorig jaar verplicht om mensen met schulden in een vroeg stadium op te sporen en hulp te bieden. Het heeft geleid tot een forse afname van het aantal huisuitzettingen bij woningcorporaties. Waren dat er in 2015 nog 5.500, in 2021 ging het om 1.400. Al zeggen die cijfers niet alles: het komt voor dat huurders met betaalproblemen vertrekken nog voordat er een vonnis tot ontruiming ligt.

Bovendien lijkt zich sinds het uitbreken van de energiecrisis een lichte kentering af te tekenen. Volgens een enquête van branchevereniging Aedes zag 1/3 van de corporaties in de eerste maanden van vorig jaar een toename van het aantal mensen met schulden. De helft daarvan zag ook een toename in de omvang van de huurachterstand. De corporaties hebben met het ministerie afgesproken tijdelijk niet over te gaan tot ontruimingen bij dergelijke betalingsachterstanden, maar liever zou Kalverboer structurele oplossingen zien.

Extra maatschappelijke kosten

Zo pleit zij in het rapport voor een uniforme inspanning van alle gemeenten om uithuiszettingen te voorkomen. Daarnaast zou er een plicht voor gemeenten moeten komen om fatsoenlijke accommodatie te regelen voor gezinnen die uit huis worden gezet. ‘En als die er niet is vanwege de krapte op de woningmarkt, moet je misschien niet overgaan tot uitzetting’, stelt Kalverboer. ‘Want het leidt tot veel extra maatschappelijke kosten.’

Beikes kan dat alleen maar beamen. Toen ze na enkele weken op de bank weer een nieuwe woning vond in Rotterdam stortte ze in: een burn-out. Het duurde zes jaar voordat ze zich er weer bovenop wist te vechten. Die ervaring inspireerde haar om zélf mensen te helpen die te maken krijgen met (dreigende) huisuitzettingen. Als ‘straatadvocaat’ staat ze hen nu bij met advies en helpt ze bij het contact met instanties.

Inmiddels heeft ze weer een nieuwe vriend. ‘Ook handig met computers hoor’, zegt Beikes. ‘Maar de administratie blijf ik mooi zelf doen.’


Bron: de Volkskrant



Ga terug naar het overzicht